Kinderen van 0-6 jaar zijn geen schoolkinderen en we moeten hen ook niet op een schoolse manier benaderen. De eigenheid van het jonge kind vraagt om een eigen onderwijsaanpak, en specifiek opgeleide pedagogische medewerkers en leerkrachten, die ontwikkeling kunnen sti muleren, rekening houdend met de kenmerken van kinderen in peuter- en kleuterleeftijd. Als we in de eerste 6 jaar een stevig fundament leggen, dan zal het kind daar in het latere on derwijs van profiteren. Een te eenzijdige focus op de cognitieve ontwikkeling en toetsbare leer resultaten verzwakt dat fundament. Willen we jonge kinderen helpen een goede basis aan te leggen voor later leren, dan moeten we rekening houden met de wijze waarop peuters en kleu ters leren en ontwikkelen. Het jonge kind leert vanuit de betekenisvolle context. Door onderwer pen en activiteiten in verschillende situaties aan te bieden, vindt de transfer plaats van kennis en vaardigheden en raakt leren in een stroomversnelling. Onderwijs in de groepen 0- 1-2 vindt plaats in een rijke leeromgeving waar aspecten van de kinderlijke ontwikkeling aan bod kunnen komen. Een rijke leeromgeving daagt uit tot betekenisvolle leerervaringen waaronder ontlui kende geletterdheid en gecijferdheid.
Het jonge kind leert spelenderwijs. Spelen stimuleert de motorische ontwikkeling, sociaal-emoti onele ontwikkeling, creatieve ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling.
De leerkracht kan aan het spel specifieke ontwikkelingsdoelen verbinden. Het ondersteunen van specifieke onderwijsbehoeften vindt dan ook zoveel mogelijk plaats binnen betekenisvolle spelsituaties.

Leren is spelen
• Spelen is plezier
• Spelen is spontaniteit
• Spelen is aandacht en betrokkenheid
• Spelen is activiteit
• Spelen is nieuwsgierigheid
• Spelen is bewegen, voelen, proeven en ruiken
• Spelen is humor en opwinding
• Spelen is samen met anderen
Spelen is leren

Resultaatafspraken vroegschool op gemeenteniveau
De resultaatafspraken zijn tot stand gekomen met onderstaande uitgangspunten in het achterhoofd:
o Het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen individueel, maatschappelijk en economisch is van groot belang;
o Rotterdam heeft een hoge concentratie jonge kinderen met een grote kans op onderwijsachterstand;
o De voor- en vroegschoolse educatie is een belangrijk instrument om het ontstaan van onderwijsachterstanden te verminderen; o De pedagogisch medewerkers in de voorschoolse educatie en onderwijskrachten in de vroegschoolse educatie vervullen een voorbeeldrol voor de peuters, kleuters en de ouders;
o Het ontwikkelingsgericht werken in de voor- en vroegschoolse educatie is van eminent belang om achterstand bij peuters en kleuters te verminderen;
o De partijen met voor- en/of vroegschoolse educatie zien de noodzaak in van het versterken van het ontwikkelingsgericht werken en het spelend leren.